woensdag 24 november 2010

Belevenissen op Grote Hoogte 17 - 24 november

Aankomst in La Paz op 17 november. De rit erheen ging prima. We steken onderweg met een pond het Titicacameer over. De bus op een gigantische pont en wij apart in een klein bootje met zwemvest aan. Alle Europeanen hadden een zwemvest en helaas waren er niet genoeg waardoor de helft van de Bolivianen aan boord er geen hadden. Bij nood had er dus eerst een wisseling van zwemvesten moeten plaatsvinden. Bij dit hele tafereel staat dan iemand van het leger en politie bij. Soms is het lastig te begrijpen hoe bepaalde zaken hier niet werken.
Maar nu ...La Paz, wat een stad! Ten eerste ligt het op een hoogte van 3660m en voordat je La Paz in rijdt passeer je El Alto, een soort voorstad van La Paz wat nog op de Altiplano ligt. Zodra je over de rand van de Altiplano heen bent zie je de stad liggen in een diep dal. De stad is van onderuit de berghellingen opgebouwd. De straten zijn ernorm steil en je remmen moeten het hier toch echt goed werken. Bij het busstation, wat meer betekent, ergens langs de weg, worden we gedropt en houden we een taxi aan. Die brengt ons naar het hostal. Daar slapen we de komende twee nachten. We lunchen bij Luna y Sol, een Nederlandse cafe. In de middag orienteren we ons op verschillende tour agency´s die de beklimming van de Huayna Potosi aanbieden. We hebben besloten dit avontuur aan te willen gaan; de beklimming van de 6088m hoge Huayna Potosi. De volgende dag gaan we op zoek naar goede wandelschoenen (de sportschoenen voldoen niet meer), handschoenen en een muts. Hier zijn we bijna de hele dag mee zoet en gelukkig slagen we uiteindelijk allebei.
19 november
Om 09.00 uur is het verzamelen bij de agency. We ontmoeten daar Dan en Stef, twee Engelsen, en Mel en Duncan, uit Wales en Schotland. Met ons 6-en en drie gidsen zullen we uiteindelijk de beklimming gaan doen. We passen eerst onze boots, jas en broek en krijgen ijzers voor onder de boots mee. Wij lenen nog twee rugzakken en zo gaan we bepakt en bezakt met de minibus richting de Refugio Huayna Potosi (4700m). Dit is de berghut waar we vanacht zullen slapen. Vanuit hier gaan we helemaal aangekleed richting de gletser om te oefenen. Oefenen hoe je op ijs moet lopen en je pikkel moet gebruiken. Uiteindelijk eindigen we met een klimmetje tegen een ijsmuur. Het klimmetje was best heftig. Zwaar voor de armen, zeker als je je pikkel niet meer loskrijgt en meer zit te wrikken dan dat je omhoog komt, in Sas haar geval :-). Ber overtreft zichzelf, zijn hoogtevrees lijkt steeds minder te worden. Om 21:00 duiken we onze slaapzak in. We slapen een beetje, de hoogte is toch echt wel te merken. De volgende dag vertrekken we in de middag. Met onze rugzak gaan we omhoog naar de basecamp die op 5300m ligt. Met veel gehijg en korte pauzes komen we in de basecamp aan. Een trip van 3,5 uur. Het basecamp lijkt op twee zeecontainers, een voor het slapen en de ander voor de keuken. We nemen plaats op de bovenste slaapetage. We genieten van een mooie zonsondergang. Als eten krijgen we een soepje en pasta met een ei. We drinken nog een mate de coca (helpt tegen hoogteziekte). Om 19.30 uur ligt iedereen in zijn slaapzak om nog een aantal uur slaap te kunnen vatten. Op de bovenste etage liggen we met 8 man naast elkaar en onder ook. In de keuken slapen nog twee gidsen. Het is warm en in de loop van de avond worden we gewekt door een enorme hagelbui.
Het spektakel gaat beginnen: - we worden gewekt om 00:00 - we trekken onze spullen aan: 2 thermo's, lang t' shirt, 2 fleeze, lang thermo ondergoed, sjaal, muts, 2 paar handschoenen, 4 paar sokken, hoofdlamp, boots, waterdichte broek en jas - een klein ontbijt om 00:30, oud broodje die met de nodige jam te eten was - om 01:00 staan we met onze rugzak, sneeuwijzers en pikhouweel buiten om te vertrekken.
In het donker, met het licht van de maan en onze hoofdlamp gaan we op pad. Ondanks het slakkentempo, valt het niet mee, er zit bijzonder weinig zuurstof in de lucht. We lopen met onze gids gezekerd aan elkaar: 1 gids op 2 personen. We pauzeren af en toe om te drinken en weer op adem te komen. Onze jaszakken zijn gevuld met chocolade snacks en we dragen 2 liter water met ons mee. De temperartuur ligt op ongeveer -10 graden. De gids lootst ons door diverse moeilijke passages. Gelukkig is het donker, en zien we niet hoe steil het is en hoe hoog de afgronden zijn. Hier en daar krijgen we fantastische uitzichten op een verlicht La Paz. Door de volle maan en de heldere hemel krijgen we eveneens mooie blikken te zien op de berg zelf. Na een uur of 4 klimmen wordt het langzaam licht, en gaan we het laatste gedeelte van de klim in: te beginnen met een lastige sprong over een diepe gletsjer spleet. We vragen ons af of de getroffen veiligheidsmaatregelen wel voldoende zijn. De ene moeilijke passage volgt de ander op. Een uur voor de top krijgt Sas last van de hoogte, wordt misselijk en licht in het hoofd. Het gevoel van overgeven komt steeds dichterbij. Ber´s evenwicht is ook niet meer wat het geweest is. In overleg met de gids besluiten we door te gaan. De gevaarlijkste passage komt eraan. We lopen over een randje, langs een afgrond van 500 tot 1000 meter. Na deze passage besluit Ber dat het genoeg is geweest. Gekweld door zijn hoogtevrees trekt hij wit in het gezicht weg. Na enige aanmoediging van onze Engelse vrienden besluit hij toch door te gaan. Het pad wordt rotsachtig, het is lastig en onstabiel lopen met de ijzers onder onze boots. Gelukkig bereiken we weer sneeuw en ijs onder onze voeten voor het laatste stukje naar de top. Als we de top bereiken is het net licht. Helaas missen we de zonsopgang, deze heeft al plaatsgevonden. Het uitzicht is werkelijk fantastisch. Aan de ene kant uitzicht op La Paz, aan de andere kant uitzicht op Lake Titicaca. Helaas mogen we maar 10 minuten op de top blijven. Er komen meerdere klimmers aan en we moeten ook nog terug. Na een aantal foto´s te hebben geschoten en met de Engelsen een high five te hebben gedaan keren we terug.
Ber maakt zich zorgen over de terugweg. Omhoog gaan is makkelijker, dan omlaag gaan. Daarnaast is het licht en zien we de afgronden maar al te goed. Eveneens begint de vermoeidheid zijn tol te eisen. Met de nodige adviezen van onze gids dalen we met de nodige risico´s en kunst en vliegwerk af. Onderweg genieten we van de omgeving, maken mooie foto´s en ziet Sas het ijs ook nog van erg dichtbij. Gelukkig komt ze goed terecht en biedt de muts berscherming. Vlak voor het eind presteert Ber het nog om een uitglijder te maken. Gelukkig kan Sas zich achter een heuveltje schrap zetten en heeft de gids het onder controle. Onze benen zijn moe en zwabberen over de sneeuw en ijs. Wat zijn we blij als we terug bij basecamp zijn. We rusten een uurtje en dan moeten we verder terug naar de Refugio. Nog eens 500 meter dalen. Oef, dat is zwaar, de benen zijn zo moe, dat we ze bijna niet meer fatsoenlijk neer kunnen zetten. Ze trillen helemaal.
Rond 13.00 uur zijn we terug op 4700m. Wat fijn! We hebben het gehaald en gehad! Het euforische gevoel is er niet helemaal we zijn zo kapot. Het wordt uiteindelijk nog een lange middag. Mel is namelijk tijdens de beklimming teruggekeert en Duncan is met een andere gids mee omhoog gegaan. Hij en de anderen komen pas 's middags om 16.30 uur terug op 4700m. Een rit in de Jeep van de eigenaar van de agency naar La Paz volgt. Dat hebben we geweten. Iets te popie en stoer wordt er gereden. Aangekomen in La Paz kunnen we alleen aan ons bed denken. Sas ligt er al meteen in, ze is niet lekker en heeft erge hoofdpijn. Ber kruipt er ook zo rond 19.00 uur in en de volgende ochtend worden we pas wakker. Wat een belevenis (6088 meter!) die wel het eea van ons heeft gevergd.
21 november
Een dag om bij te komen. We ontbijten heerlijk bij Pepe's coffee bar. We nemen het er flink van. Vandaag bekijken we nog wat bezienswaardigheden van La Paz en bezoeken we het Coca museum. We krijgen hier een goede indruk van de Coca cultuur in Zuid-Amerika. Het zit vol tegenstrijdigheden. Niet verbieden, wel verbieden vooral door de Westerse druk die wordt uitgeoefend. Dit alleen omdat er cocaine van wordt gemaakt. We zien genoeg, vooral de ouderen op cocabladeren kauwen, overal wordt coca thee gedronken en voor de cocafabriek in La Paz staan rijen dik Bolivianen te wachten. Een interessant bezoek.
22 november
De energie is er nog niet helemaal om het steile La Paz uit te komen. Met een taxi en de fietsen op het dak rijden we La Paz uit naar La Cumbre, een pas van 4850m. Daar worden we in de kou en wolken gedropt. We kleden ons warm aan (3 lagen kleding en daarover een volwaardig regenpak) en Sas is haar handschoenen vergeten en probeert met sokken haar handen te warmen. Met ons staan er nog drie minibusjes met toeristen en MTB´s klaar die ook de The Most Dangerous Road of the World gaan rijden. Er wachten 63 dalende km's op ons. Het eerste deel is geasfalteerd, daarna komt er een klimmetje van 8 km en dan begint de TMDRW pas echt, een onverharde, bochtige weg met diepe ravijnen en 1 spoor breed (3 tot 5 meter). Tijdens het eerste stuk afdalen is het ontzettend koud! De kou wordt op een gegeven ogenblik afgewisseld door regen. En niet zo'n beetje ook, we fietsen soppend in onze schoenen verder. Chauffeurs hebben hun vrachtwagen aan de kant gezet en we worden ingehaald door de minibusjes met de mtb´ers, zij hoeven namelijk de 8 km niet te klimmen. We schuilen bij een benzinestation, eten daar een broodje en als het bijna droog is stappen we weer op. We horen een donder en gelukkig blijft het daarbij. Na 2 km zien we de afslag van de TMDRW. Het is niet heel erg duidelijk en we vragen het nog na. Dit is toch echt de weg. De TMDRW wordt ook wel de The Dead Road genoemd. Na het eerste stukje komen we bij een Dead Village. Een klein spook dorpje waar een splisting is. We twijfelen, rechts of links. Na een paar keer Hola! en fietsgebel komt er ergens een jongeman tevoorschijn en bevestigt dat we de juiste weg nemen. Daar gaan we dan!
We knijpen alleen maar in onze remmen en houden zoveel mogelijk kant langs de bergwand. De bergen zijn omgeven door wolken waardoor de afgronden niet te zien zijn, misschien maar goed ook. Af en toe stappen we af om naar beneden te kijken en te beseffen dat we hier fietsen. De omgeving is machtig mooi. Langs de weg worden we geconftonteerd waarom deze weg ook wel The Dead Road wordt genoemd. Kruisjes tellend komen we op het eind op een totaal van 48. Het werkelijke aantal zal vele malen hoger liggen. Bij een kruisje van een jongen, 23 jaar, staan we stil. Hij was met een tour agency naar beneden gegaan en heeft blijkbaar de bocht met zijn mtb met te veel snelheid genomen. Wij dalen met zeer veel beleid af, en nemen geen enkel risico. Op deze manier kan de weg ons weinig kwaad doen. Wij zijn er ons van bewust dat een dergelijke afdaling met een jeugdige groep onervaren mtb´ers veel risico´s met zich meebrengt. Vanaf 2007 zijn er 14 mtb´ers omgekomen op deze weg. Sas vraagt zich af waarom deze weg niet wordt afgesloten. Waarschijnlijk is de weg financieel aantrekkelijk (voor de touroperators), de doden ten spijt. Voor het gemotoriseerde verkeer is er een nieuwe weg aangelegd. Toch komen we nog een bus tegen en rijden er een aantal minibusjes met de toeristen dezelfde weg terug. Blij dat we daar niet inzitten. Ondanks al deze ellende blijft het een fantastische rit en is het dus allemaal best een beetje dubbel. Op het eind drinken we een fris en proosten we dat we de rit zonder problemen hebben doorstaan. Nu nog een steile klim van 8 km van Yolosa naar Coroico. Dit wordt voor Sas een helse klim. De benen doen het nog goed alleen blijkt het een Rivers weg te zijn, oftewel kasseien. Haar onderarmen doen zo ontzettend zeer van het afdalen dat elke hobbel van een kassei pijn doet. Met een hoop gemopper en zelfs tranen komen we uiteindelijk samen boven. Boven betekent dat we in Coroico zijn. Alleen het hostal wat we voor ogen hebben schijnt boven het dorp te liggen. Lopend de fiets voortduwend en 10 x te stoppen komen we uiteindelijk bij Hostal Esmeralda aan. Wat een kado, een paradijs is hier om ons te verwelkomen. Hier blijven we in ieder geval 2 nachten en misschien wel meer! Een fles wijn wordt bij het avondeten genuttigd. Nu gaan we bijkomen van de recente belevenissen en over een paar dagen vervolgen we onze weg naar Rurrenabaque.
Een hele dikke en lieve groet van ons!!

dinsdag 16 november 2010

Eerste kennismaking met Bolivia 13 - 16 november

13 november
De dag begint niet helemaal volgens planning. Een taxi waar alleen 1 fiets, 1 persoon en bagage in kan, staat om 05.30 klaar. We hadden toch duidelijk in het hotel aangegeven dat we een grote taxi wilde waar tenminste 2 fietsen in kunnen. En nu, de meneer van het hotel en taxichauffeur kijken elkaar aan, kijken ons aan en doen niks. We houden zelf nog een taxi aan en gaan gesplitst richting het busstation en zwaaien af en toe onderweg naar elkaar. Ook leuk.
Op het busstation is het druk en moeten we een half uurtje wachten. Broodjes, koekjes en water worden ingeslagen voor de busrit naar Copacabana. Voor vertrek hebben we al twee keer moeten verkassen van plek in de bus. Bij de derde keer vertikken we het om op te staan en gaan we hier niet in mee. Wat een geklooi. We zijn in een vreselijk afstandse bus terecht gekomen en we beginnen steeds meer de indruk te krijgen dat we niet het beste busticket op de kop hebben getikt. Het wordt een 7 uur lange busrit naar Puno waarbij je zou verwachten dat de bus letterlijk uit elkaar valt. Alles wat kan klapperen in of aan de bus klappert. Wat een rit. We rijden langs eenzame dorpen, over de hoogvlaktes en we gaan weer over de 4.000m heen. Onderweg kijken we elkaar aan en denken hetzelfde...blij dat we deze afstand niet fietsend afleggen. De dorpen worden steeds armer en grimmiger. We passeren zelfs een dorp waar een aantal jaar geleden de inwoners de burgemeerster eigenhandig hebben opgehangen. Tja, best een fijne gedachte om zulke plaatsen te passeren in een bus.
In Puno aangekomen gaat het mis met de fietsen. Ber had al zo'n voorgevoel. We moeten overstappen op een andere bus waarvan de chauffeur zegt, die fietsen gaan mijn bus niet in. Daar sta je dan, niemand vindt het zijn probleem en niemand helpt je. De optie dat wij vandaag met de bus mee gaan en morgen de fietsen, vinden we geen optie. We hebben betaald voor de hele rit en staan erop dat de fietsen meegaan. Ik laat onze contactpersoon daar bellen met de jongen in Cusco, helaas het haalt niks uit. Na al mijn pogingen geef ik het stokje over aan Ber. Ik sta behoorlijk gefrusteerd buiten te wachten totdat Ber terugkomt om een van de fietsen te halen. Wat blijkt de chauffeur heeft net een nieuwe bus en wilt niet dat zijn bus beschadigd wordt. Als 1 fiets past, mogen we de andere ook proberen en zo lukt het uiteindelijk toch om verder te gaan. Ik moet een beetje ontladen in de bus, wat had ik me op zitten winden!
Langs het Titicacameer rijden we richting de grensovergang met Bolivia. Het meer is gigantisch groot. Na veel stof is het heerlijk om een helder blauw meer te zien. Het lijkt wel alsof we ons ineens in een heel ander land bevinden, wat ook bijna zo is. We bereiken de grenspost en worden geinstrueerd. We hebben 20 minuten op lopend de grens over te gaan. We moeten ons melden bij de immegratie en krijgen daar een stempel in ons paspoort. Daarna lopen we onder een poort door, wat de grens is, en melden we ons bij de immegratie in Bolivia. Na een tweede stempel in ons paspoort zijn we nu echt in Bolivia. We stappen allemaal de bus weer in en even later zijn we in Copacabana. Moe en volledig op laten we ons afzetten en pakken we het eerste de beste hostal. Wat in eerste instantie er prima lijkt uit te zien maar na een vreselijke nacht in een doorgezakt bed en diesellucht ben ik om 06.00 op. Op zoek naar een ander hostal. Dan toch maar naar die ene uit de LP kijken. Wauw, dit is een mooie plek, een tuin, vogels die zingen, aardige mensen. Een paar uur later zijn we over verhuisd en hebben we een heerlijke plek waar we een aantal dagen blijven.
14 november
We fiesten vandaag van Copacabana naar Yampupata. Een mooie rit langs het meer. 's Avonds eten we weer erg lekker in het restaurant bij het hotel. Wat is het hier fijn. De volgende dag gaan we met de boot naar Isla del Sol. Dat hebben we geweten. Een ontzettende lange saaie en koude boottocht brengt ons naar het Noorden van het eiland. We worden daar meteen met allerlei biljettos om ons oren gegooid. Voor alles moet je betalen, zelfs twee keer op het wandelpad wat volledig over het eiland loopt. Een voor het Noorden, een voor een midden en nog net niet een voor het Zuiden. Dit staat ons erg tegen. De wandeling is mooi en de tocht terug met de boot nog saaier dan heen. Gelukkig brengt ons puzzelboekje enigen afleiding. Nee, het was niet echt de moeite waard.
16 november
Boekje lezen, bus geregeld naar La Paz en vandaag is het Benedicion de Movilidadas (blessing of Automobiles). Leuk om mee te maken en alle versierde auto's te zien. Waarschijnlijk is de viering gister al begonnen want we hebben vanacht een aantal uur wakker gelegen in bed van de muziek. Dat het ergens feest was, was wel zeker en dat bleek dus te kloppen. Morgen met de bus naar La Paz waar vanuit we richting Rurrenabaque gaan fietsen. Erg veel zin in.
Vele liefs van ons!!

woensdag 10 november 2010

Discovering The Sacret Valley en Machu Picchu 6 - 12 november

6 november
The gringo's are on the road............!
We fietsen vandaag Cusco uit en de The Sacret Valley in. Mijn hemel, wat valt dat zwaar om Cusco uit te komen. Onze hartslag stijgt al direct naar ongekende hoogte, snakken naar adem en zijn pas drie bochten verwijderd van ons hotel. Dit beloofd wat. Daarnaast hebben we alletwee last met schakelen. Ketting smerig of moet er wat bijgesteld worden? De lichtste versnellingen krijgen we er niet op, wat het alleen nog maar erger maakt. Cusco ligt hoog, helaas ligt er ook een pas boven Cusco die je over moet om verder te komen. Onder begeleiding van vele straathonden (Sas in de aanslag met de fluit in haar mond), zwarte dieselwolken en al een liter water lichter verlaten we Cusco. Nu begint de rit pas echt. Afdalen!! Er wordt onderweg naar ons gezwaaid door twee Nederlands motorrijders, zien wij er zo Hollands uit of doen alleen die rare Hollanders zulke ondernemingen?
Een mooie rit volgt door heuvellandschap met vele akkers die allerlei verschillende kleuren bruin en rood hebben en op de achtergrond de hoge bergen. Een strak blauwe lucht boven ons hoofd en een fijne temperatuur maken het helemaal af. We gaan eerst richting Chinchero waar Inca restanten te zien zijn. Het valt helaas wat tegen. Wat wel erg mooi is, is de kerk die we te zien krijgen. Het dak en grote stukken muur zijn volledig beschilderd. Helaas, een foto is alleen mogelijk tegen betaling. Daar hebben we voor bedankt. Zeker als we net daarvoor klein geld hebben gedoneerd aan betreffende kerk. We vervolgen onze rit. Bij een mirador (uitkijkpunt) kijken we de groene, lager gelegen Sacret Valley in. Daar gaan we heen. Voor Urumbamba pakken we de afslag naar Maras en schuilen we in een bushokje. Daar doen we een zwerfhond erg tevreden stellen met een naar ons idee taai en droog brood. Voor Maras zien we een afslag naar Salinas (we dachten toen nog dat dit een dorpje zou zijn) en vragen aan een pick-up of er mogelijheden zijn om te slapen in Maras of Salinas. Helaas, we moeten door naar Urubamba. We laten Moray (restanten van de Inca tijd in de buurt van Maras) voor vandaag links liggen en slaan de zandweg in richting Salinas. Wat een prachtig mooie weg! Hier zijn geen woorden voor. De weidsheid, de kleuren, de schapen, de bergen....hier voel je vrijheid! Na een paar kilometer doemt er een klein hutje op en moeten we 5 sol betalen voor de Salinas. Het wordt nu steeds duidelijker dat Salinas geen dorp is maar dat het alleen de zoutpannen zijn. Er steekt een ontzettende wind op en van bovenaf aanschouwen we de zoutpannen. We worden nog door Nederlanders op de foto gezet die ons vanuit de auto een Bravo toeroepen. Op dat moment denken we, wat zijn we blij dat we op de fiets zitten en niet in een taxi.
Na een bezoek aan de zoutpannen vervolgen we onze weg via een rotsachtig zandpad naar Urubamba. We kunnen daar het uitgekozen hostal uit de LP niet vinden en vragen hulp. Uiteindelijk belt een meisje voor ons naar het hostal. Ze geeft aan dat we naar de Plaza moeten gaan en dat daar een man in een zwarte broek op ons opwacht. Eenmaal op de Plaza heeft iedereen natuurlijk een zwarte broek aan. Er komt een man met een glimlach onze kant opgelopen, het is Paulino, hij brengt ons naar de Hostal. Het lijkt meer een B&B, een paar privekamers in de tuin naast het eigen huis. Een tuin waar werkelijk alles groeit, limoenen, kruiden, peren, tree tomatos, spinazie, kersen, etc. Ook kippetjes, schapen en cavia's zijn van de partij. Binnen een paar minuten plukt Ber verse limoenen en worden we verwelkomt met een vers limoensap. Heerlijk! Het weer slaat om en Paulino geeft aan dat we ook hier kunnen eten zodat we niet door de regen hoeven. Prima, dat doen we. We worden verwent met soep vooraf en als hoofd een tortilla met spinazie en kaas. Met een volle buik duiken we het bed in.
7 november
Vandaag maken we een dagtripje van Urubamba naar Ollantaytambo, heen en terug. Het is een mooie weg die door de vallei heen loopt. Het is zondag en dat betekent weinig verkeer op de weg. We bezoeken de ruines van Ollantaytambo en lunchen op de Plaza. Een heerlijk ontspannen dag. Onze versnellingen blijven knudde dus bij terugkomst proberen we de juiste afstellingen te vinden. Het wil maar niet lukken en we zoeken de fietsenmaker in het dorp. Gelukkig is die er. Er wordt eea afgesteld en de fietsen rijden weer (bijna) zo goed als een trein. Na het lekkere eten van gisteren besluiten we opnieuw bij Paulino te eten. We krijgen een traditioneel Peruaans gerecht, Tarwi.
8 november
Met de bus reizen we van Urubamba naar Passo Malaga. Dat is op de weg naar Quilabamba. We worden door minibusjes met op het dak mountainbikes ingehaald. De afdaling van de pas richting Santa Maria wordt door veel tourcompanies aangeboden. De weg omhoog is fantastisch! Op de pas zitten we in de wolken en is het best koud. Nadat we de pas over zijn wordt er (op ons verzoek) via een wave op de deur van de chauffeur gekopt. We maken kenbaar dat we eruit willen. De bus stopt onmiddelijk. De fietsen worden van het dak gehaald en voor we het weten staan we buiten in de kou. De warme kleren gaan aan en we duiken de mountainbikers achterna. Geweldig, om hier met je fiets te mogen fietsen! Puur genieten! Na 35 dalende kilometers komen we bij de wegopbreking. De weg is nog niet volledig geasvalteerd, daar zijn ze druk mee bezig. Een keer per dag mogen auto's tijdens de siesta de weg over. Wij hadden gehoop dit met de fiets te kunnen doen. Helaas, we worden door de politie tegengehouden. We mogen alleen met een auto verder. Onze bus staat in de rij van wachtende auto's maar neemt ons niet meer mee. We lopen de auto's langs, de auto's beginnen zelfs al te rijden en gelukkig geeft uiteindelijk een van de pick-ups aan dat we mee mogen. Ber gaat met de fietsen en bagage achterin en ik neem plaats in de auto. Wat zijn wij blij dat we in deze auto zitten, ik soms nog blijer dan Ber. Het is namelijk een groot stof gebeuren op de weg en het lijkt soms wel de Dakar rally. Het was geen pretje geweest om hier tussen te fietsen. We hebben helemaal mazzel als we er achter komen dat de heren door rijden naar Santa Teresa, daar moeten wij ook heen. Yes, zonder dat we het wisten hebben we de beste taxirit geregeld. Zodra we in Santa Maria zijn wordt er gelunched en rijden we daarna verder naar Santa Teresa. Het lijkt alsof we vandaag in een film van Indiana Jones zitten. We rijden over een bijna onbegaanbare weg die wij echt nooit hadden kunnen fietsen. Ber heeft achterin het beste uitzicht ooit en ik leef helemaal op in de auto met het horen van een aantal top 40 liedjes.
Aangekomen in Santa Teresa stappen we meteen over op een minibus naar het station van de Hydroletic die ons naar Aqua Calientes zal brengen. Helaas, dit pakt anders uit. De trein is al weg en de enige trein die nog gaat is de trein voor locals. Iedereen die nu op het station aankomt loopt via het spoor naar Aqua Calientes, dat is de goedkopere versie. Dat willen wij ook wel maar we zitten met onze fietsen. We proberen met onze fietsen mee te kunnen in de local trein. Dit gaat voor ons niet lukken, maar wel voor de fietsen. Eerst kost ons dit 5 sol voor de fiets op de trein te zetten en wat de daadwerkelijke kosten zijn horen we dan in Aqua Calientes. Dit voelt niet oke, we willen van te voren weten wat de kosten zijn. Nu begint zich iemand anders zich ermee te bemoeien en die vertelt ons dat we per kilo moeten betalen. We beginnen aardig gefrusteerd te raken daar wij de prijs al lang weten daar we dit in Cusco hadden nagevraagd. Om een lang verhaal kort te maken, het dreigen met dat we de manager willen spreken, dat ze voor ons naar Aqua Calientes moeten bellen voor de prijs etc, wordt er uiteindelijk gebeld. Ondertussen heb ik een boos briefje van de dame van 5 sol gekregen omdat ik haar publiekelijk voor schut zou hebben gezet. Zij zegt nu dat zij namelijk helemaal geen 5 sol heeft genoemd en zij wil aan ons geen service meer verlenen. Nou, mooi is dat. De fietsen gaan uiteindelijk op de local trein voor 18 sol per stuk en we kunnen ze ophalen in Aqua Calientes en dit is allemaal een uur later. Nu moeten we opschieten met lopen want we zullen in het donker aankomen. Met twee fietstassen aan onze rug en schouder beginnen we met lopen. Midden door de bush op en naast de spoorlijn. We zien prachtige bloemen, vogels en vlinders. We zijn eigenlijk helemaal kapot maar zullen door moeten. We ontmoeten onderweg een groepje waarvan twee Belgen zijn. Zodra het helemaal donker is en we de hoofdlampen op hebben besluiten we om met de groep van de Belgen verder te lopen. Sas voelt zich niet helemaal op haar gemak zo in het donker. Na 2,5 uur lopen komen we in Aqua Calientes aan. Een ontzettend toeristisch dorp wat alleen maar bestaat en kan bestaan door Machu Picchu. Alleen maar hotels, restaurants en toeristen. s'Avonds pikken we onze fietsen op, gelukkig ze zijn meegekomen. Met een douche en pizza sluiten we deze fantastische Indiana Jonesdag af.
9 november
Verrot geslapen! Het blijkt dat we gisteren compleet lek zijn gestoken. Hoe kan het? We hadden een lange broek en sokken aan. We hebben beide wel meer dan 100 muggenbeten. Bij Sas zijn ze opgezet en jeuken ze ontzettend! Vandaag staat een relaxdag op het programma en alle tickets voor MP en trein regelen. Voor alles moet je ontzettend belachelijke prijzen betalen. Een ticket voor de bus naar MP een ticket voor dit en een ticket voor dat. Oke het hoort er nu eenmaal bij maar we vinden het eigenlijk maar niks. Ondertussen houd ik het niet meer met de muggenbulten. Bij een apotheek halen we anti jeuk pillen en antihestamine. In het hostal gaven ze de tip om er ijs op te doen. Dit verlicht zeker alleen voor korte duur.
10 november
Om 05.30 uur in de bus omhoog naar MP. Om 06.00 uur staan we in de rij en lukt het ons om een stempel te bemachtigen die ons toegang geeft tot het beklimmen van de Wayna Picchu (is maar toegang voor 400 personen per dag). MP is mooi en de omgeving maakt het geheel zeer indrukwekkend. Het valt gelukkig zeker niet tegen. We nemen onze tijd en genieten vooral van het er zijn. De omgeving is zo mooi! We lopen nog naar een Inca bridge en wandelen met veel gehijg de Wayna Picchu op. We hebben de tijd en doen op het gras nog een lekker dutje in de zon.
In de middag nemen we onze trein vanuit Aqua Calientes naar Ollantaytambo. Op het station ontmoeten we Marco, een Duiste jongen die 10 maanden met zijn vrouw aan het reizen is, voor de 3e keer. We wisselen mailadressen uit om elkaar zo leuke adresjes te mailen of te laten weten waar we zijn. Tijdens de treinrit beginnen we langzaamaan te begrijpen waarom de tickets zo duur zijn (60 dollar per persoon). We krijgen een snack en drinken, een modeshow en een kleine voorstelling van een danser. We lachen, samen met onze mede reizigers, slap om dit hele gebeuren. De trein rijdt als een slak door de vallei. Aangekomen in Ollantaytambo moeten we nog tot 22.30 uur wachten voordat we onze fietsen van de trein kunnen ophalen. In de regen wachten we op het station. En we zijn wederom erg blij als blijkt dat onze fietsen zijn meegekomen.
11 en 12 november
We fietsen deze twee dagen door de Sacret Valley terug naar Cusco. Van Ollantaytambo naar Pisac en van Pisac naar Cusco. De tweede dag valt zwaar tegen. Ondanks dat het maar 35 kilometers zijn, zijn de eerste 20 km alleen maar omhoog. We hebben de tijd en dus nemen we die ook. Rond 14.00 uur komen we aan in Cusco en vinden we onze weg terug naar Ninos Hotel waar de rest van onze spullen wachten. We regelen vandaag de busticket naar Copacabana. Dit ligt aan het Titicacameer in Bolivia. We verlaten Peru en gaan nieuw avontuur in Bolivia tegemoet!

vrijdag 5 november 2010

Spaanse les in Cusco 30 oktober - 5 november

30 oktober
Aankomst in Cusco na een helse rit. We zijn er weer even helemaal van genezen. Alletwee wagenziek geweest en na de zoveelste slechte film wil je echt de bus uit. Met een taxi, 1 fiets op het dak en de andere achterin de auto met alle bagage en Sas, rijden we naar Ninos Hotel. Dit hotel is door een Nederlandse, Jolanda van de Berg, opgezet. Alle opbrengsten van het hotel gaat naar kinderen uit Cusco, ondertussen al 600, die 6 dagen in de week, ontbijt, lunch, avondeten en hulp bij huiswerk krijgen. Zij heeft speciale kinderrestaurants opgezet. De kinderen gaan na het avondeten naar huis en op zondag zijn ze ook de hele dag thuis. Goed initiatief waar we graag aan bijdragen.
´s Middags gaan we met de taxi naar Fairplay. Deze stichting is door een Belg John, opgezet en biedt Spaane lessen aan. Het is een NGO die alleenstaande vrouwen opleidt tot lerares. We spreken af dat we 5 dagen een crash course Spaans krijgen. Dit houdt in, individueel les waarin je 3 uur grammatica en 3 uur praktijk krijgt. We zijn benieuwd! De volgende dag verkennen we Cusco. Het is een mooie oude stad, met veel smalle straatjes. Gezellige eettentjes en veel mooie pleintjes waar je heerlijk op een bankje het leven op straat kan bekijken. De stad is ook erg toeristisch, hier maken we voor het eerst mee dat je restaurantjes wordt ingepraat en op elke hoek van de straat word je een massage aangeboden. Tijdens een lunch kom ik aan de praat met een yogaleraar. Ik krijg een flyer mee waarop het rooster staat. Wauw, misschien kan ik deze week wel yoga volgen.
1 november
De ochtend begint met yoga. Het blijkt vandaag een feestdag te zijn, de Allerheiligen. Ik blijk de enige student te zijn. Sunday, die de les geeft, vindt dit geen probleem en zo heb ik ineens priveles. Heerlijk, om weer helemaal uitgerekt te worden en te proberen om in the present te zijn. Dit is namelijk voor mij wel een rode draad in de komende maanden om daarmee aan de slag te zijn. Na de les heb ik een opgeruimd gevoel en loop ik bijna op wolken terug naar Ninos. We maken ons klaar voor de eerste Spaanse les. Spannend.
Sas wordt voorgesteld aan Maritza en Ber aan Kamucha, zij zijn onze grammatica leraressen. Met een schrift en een werkboek gaan we aan de slag. We hebben het gevoel weer in de eerste klas basisschool te zitten. Met kaartjes en beeldmateriaal leren we de eerste woorden Spaans. Na 3 uur worden we aan onze praktijk leraressen voorgesteld, Rosario en Marie-Lous. We gaan op pad, de markt op en de supermarkt in. De namen van fruit, kleuren en allerlei andere producten komen aan de orde. Deze nacht slapen we erg slecht, alle Spaanse woorden dwalen door ons hoofd.
De volgende dag is het de feestdag van de Allerzielen. De doden worden dan geeerd en familieleden gaan met bloemen naar het graf en daar met elkaar eten. Ik heb geen goed gevoel over mijn praktijk lerares en zie dan ook erg op tegen deze uren. De grammaticales zien we wel zitten, we leren daar enorm veel. Vandaag gaan we in de praktijk lunchen met onze leraressen. We krijgen het voor elkaar dat we met ons vieren gezamenlijk lunchen. Ber besteld op zijn beste Spaans een visschotel en ik eet Yuca, een soort gefrituurde wortel. Tijdens de lunch wordt het verschil tussen onze leraressen wel erg duidelijk. Ik bof niet echt. Morgen gaan we dit ter sprake brengen bij John. We willen eigenlijk liever meer grammatica en geen praktijk.
3 november
In de ochtend bezoeken we een aantal musea. Dit valt erg tegen, helaas. Elke dag zien we protesten. Het lijkt wel alsof hier over van alles en nog wat wordt geprotesteerd. Tevens wordt er juist ook heel veel gevierd. We hebben al veel fanfares en optochten gezien waardoor het straatbeeld heel levendig is. Dit geldt voor heel Peru. We gaan vandaag in gesprek met John en ons rooster wordt omgegooid. We krijgen komende dagen 5 uur grammatica met een uur pauze. Oef..dat worden pittige dagen. In de middag gaat Ber met zijn lerares naar de kerk. Het schijnt dat haar zoon gedoopt wordt. Ze zou eerst ´s´middags vrij zijn maar omdat we nu langer grammatica hebben komt ze in de knel. Ze neemt Ber mee en vraagt aan Martiza en mij of we ook meegaan. Wat leuk. Met zijn vieren in de taxi op naar de kerk. We maken daar een doop van een andere jongen mee en jammer genoeg komt haar ex-man met haar zoon niet opdagen. Het feest gaat niet door. Erg sneu om te zien.
De volgende dag op les blijkt uiteindelijk de doop toch te hebben plaatsgevonden. De vader en haar zoon zijn uiteindelijk nog gekomen. Na de les lopen we naar ons ondertussen favoriete eettentje Punchay. We bestellen daar een soort aardappel plankje. We krijgen 6 verschillende in vel gekookte aardappelen, alle anders van smaak, structuur en hoogte dat ze groeien. Een advocado dip en kruidensausje maken de aardappels wat smeuiger. Het is erg lekker. Deze hele week eten we of bij Punchay of bij Govinda. Beide vegetarische eettentjes waar ik erg blij mee ben. Het is ook leuk om wat langer op een plek te zijn. Je leert de weg kennen, je krijgt favoriete restaurantjes en een eigen bakkertje aan de overkant van de straat. Zo´n stad wordt dan in een een vrij korte tijd toch een beetje eigen.
5 november
Onze laatste dag Spaanse les. Dat vinden we helemaal niet erg. Ons hoofd is helemaal verzadigd en neemt weinig nieuws meer op. We hebben nu in ieder geval genoeg stof om de komende tijd zelf mee verder te stoeien. Het plan voor de komende dagen is gemaakt. Morgen vertrekken we met de fiets naar The Sacret Valley. Dit ligt boven Cusco. Hier gaan we een aantal dagen fietsen en bezoeken we Machu Picchu.
Hasta Luego Sas & Ber

dinsdag 2 november 2010

Belevenissen in Peru 19 - 29 oktober

-Hola Amigos, Hier ons eerste bericht vanuit Peru. Het duurde even voordat de zin er was om achter een computerscherm te kruipen. We hebben al zoveel meegemaakt in bijna drie weken, dat het nu toch wel tijd werd om een bericht naar huis te sturen. Met ons is alles goed en we bewegen ons al aardig in het Peruaanse leven. Bewegen is veelal met de benewagen en met taxi of bus. We hebben al wel wat gefietst maar nog niet met volle bepakking. Daar zijn we fysiek en geestelijk nog niet helemaal klaar.
19 oktober
Aankomst in Lima. Wat een ontzettend grote stinkstad. Het is veelal diesel wat je opsnuift en je hebt het gevoel door hier te zijn, je meteen 10 jaar korter leeft. Via de buitenwijken, die arm en smoezig zijn, rijden we met een taxi het meer coloniale centrum binnen. Overal zie je zwerfhonden die op of langs de weg liggen te slapen of naar eten zoeken. In Hotel Espana slapen we de komende nacht en zetten we de fietsen in elkaar. Dit gaat niet helemaal zonder slag of stoten. Het blijkt dat het demonteren van een fiets altijd nog makkelijker is dan het opbouwen van een fiets. Echter, met veel geduld en nodige cursus ervaring (alleen dit onderdeel was helaas niet behandeld) is het na ruim 2 uur gelukt de fietsen rij klaar te maken! ´s Avonds ontmoeten we Noor en Wieneke die net drie weken door Peru en Bolivia hebben gereisd. We trekken nog twee dagen met elkaar op. Leuk! Dezelde avond is er een processie in de stad gaande die in het teken staat van `bidden voor de Heer der Wonderen´. Het is druk op straat, jong en oud zijn op de been.
De volgende dag gaan we met de bus naar Huacahina (ten zuiden van Lima), een kleine oase in de woestijn met enorme zandduinen, waar je kan sandboarden. Helaas, duurt de busreis langer dan stond aangegeven in de LP. Ruim 6 uur later komen we in Ica aan en nemen vanaf daar een taxi naar ons hotel die vanuit het hotel in Lima was geregeld. Daar aangekomen blijkt dat er geen reservering heeft plaatsgevonden en waar wij denken dat onze taxichauffeur hier een dubieuze rol in heeft gespeeld. We besluiten hem dan ook niet te betalen en zoeken een ander hotel. De chauffeur houdt nog een tijd aan maar geeft het uiteindelijk ook op.
Na een rustige nacht is het zover. We gaan sandboarden! Met een dunebuggie rijden we de zandduinen in en al snel houden we ons allemaal goed vast en worden handen van elkaar vastgepakt. Dit is niet voor doetjes! Met een enorme gang wordt er door de duinen gescheurd. We gillen en lachen ons van de zenuwen kapot. Dit valt niet eens te vergelijken met een ritje in de Phyton. Ondertussen stoppen we voor een aantal actie foto´s en vervolgens moeten we er aan geloven. Boarden. Van bovenaf zijn de duinen toch angstaanjagend hoog. Daar lig je dan op je buik op het board, hangend op de rand van de duin. Na de uitleg krijg je een zetje en hop daar ga je! Eenmaal beneden wil je direct weer, dit is fantastisch!! Op een paar blauwe plekken en schaafwonden na hebben we het er heelhuids vanaf gemaakt. Terug in Lima nemen we afscheid van Noor en Wieneke. Wensen hun een goede reis naar huis en wij krijgen een dikke knuffel voor de komende 6 maanden. Wij zetten onze reis voort naar Huaraz.
22 oktober
Vroep op, met taxi naar busstation van Movil tours. Er staat ons een reis van 8 uur (419 km) te wachten naar Huaraz (ten noorden van Lima). Een mooie rit langs de kust, door niemandsland met hier en daar een enorme kippenfarm, en uiteindelijk rijden we de bergen in. We voelen aan onze oren en hoofd dat we op hoogte komen. We gaan de Conococha pas (4100m) over en zien prachtige hoogvlaktes met daarachter besneeuwde bergtoppen. We bevinden ons tussen de Cordillera Blanca en Negra. Blanca is de besneeuwde en de Negra de droge kant. Aangekomen in Huaraz (3091m) fietsen we vanaf het busstation naar B&B Soledad. Een fijn huis met een patio waar je buiten kunt zitten.
Na een dag aclimatiseren besluiten we onze weg per fiets te vervolgen naar Caraz. De fietsen zijn alleen met het hoog nodige opgetuigd. De hoogte en ons fysieke gestel vraagt om een rustige start. Een mooie rit volgt. Met een nog wat angstige Sas voor de honden langs de weg, trappen we zo de eerste kilometers weg. Na een kwart van de rit gaan we van de doorgaande weg af richting de Chancos hot springs. We rijden door een mooie omgeving van kleine gehuchtjes en bergstroompjes. Bij de hot springs kopen we een kaartje voor de Cuevos. Wat het precies inhoudt hebben we geen idee van, alleen dat het 15 min. duurt. We kiezen voor de Cuevo van 45 graden en wachten netjes in de rij. Het wachten duurt vrij lang en er ontstaat na enige tijd wat rumoer en consternatie over wie aan de beurt is. Na een verhitte discussie waar we ons angstvallig buiten houden nemen een paar mannen het voor ons op. Uiteindelijk besluiten we toch om weg te gaan, het duurt te lang. Dit was de beste move die we konden maken want ineens waren we de eerstvolgende. Met een glimlach naar onze `amigos´ nemen we weer plaats en krijgen we toch de Cuevo ervaring. Of dit nu de moeite waard was vragen we ons achteraf ter dege af. Oh mijn God, wat was dit smerig. De Cuevo werd vantevoren gevuld met emmers water uit de bron en daarna mochten wij erin; stank van pis, uitwerpselen en ander lichaamsappen kwamen ons tegemoet bij het ingaan van de grot. Na een kleine 10 min. besluiten we dat dit voor ons lang genoeg was en we snakken naar frisse lucht! Met eveneens een glimlach naar onze amigos zeggen we dat het de moeite waard was en vervolgen we onze weg naar Caraz.
Er is een sterke wind komen opzetten. We nemen onderweg nog een lunch die wat uitgebreider uitpakt dan wij hadden besteld. We worden helemaal in de watten gelegd. Naast de bestelde aardappels met knoflook krijgen we gebakken mais, maiskolven en gebundelde pakketjes met daarin gestampte mais. We bedanken vriendelijk en fietsen de laatste kilometers tegen de wind in. In Caraz komen we terecht bij Lodge Los Pinos. We besluiten vanuit hier een aantal dagtrips te maken.
26 oktober
Na een dag niksen, die bestond uit boeken lezen, luieren, rond lopen, beetje yoga en buikspier oefeningen (Berry heet het doel om in 6 maanden een 6-pack te krijgen :-)), gaan we vandaag naar Canon del Pato. De gorge is bekend om het feit dat de Cordillera Blanca en Negra elkaar op 15 m. na aanraken. Een mooie weg leidt ons naar de gorge waar ineens het asfalt overgaat in los zand en keien. We fietsen al hobbelend en met de nodige stuurmanskunst de gorge door. Al snel volgen de volgende obstakels: tunnels! Onverlicht, los zand, keien, kuilen...we besluiten af te stappen en onze hoofdlamp op te zetten en nu maar hopen dat we geen tegenligger krijgen. De gorge wordt steeds mooier, de tunnels steeds langer en de `weg´ steeds beroerder. We worden met veel stof en diesellucht ingehaald door trucks en bussen. Nadat we de bijna `kus´ van de Blanca en Negra hebben aanschouwd vervolgen we onze weg verder naar beneden. Als we bijna op het eind van de gorge zijn besluiten we deze weg zeker niet terug omhoog te fietsen. We houden een pick-up aan waarbij de fietsen en wij de bak in gaan. Achterstevoren beleven we de weg door de gorges opnieuw. Met een klap op het dak van de auto geven we te kennen dat we eruit willen en fietsen we het laatste stuk terug naar Caraz.
27 oktober
De dag van laguna Paron. Wat een historische dag is geworden. Met vol goede moed beginnen we `s ochtens vroeg aan de klim die ons ruim twee duizend meter hoger zal brengen. Helaas dit keer geen geplaveide weg, maar direct zand, keien en kuilen. Een parcours waar menig mtb´er jaloers op zou zijn. Ons wordt nu duidelijk dat de aangeschafte fietsen zeker een must zijn. Onze oude fietsen zouden dit nooit hebben overleefd. Echter een mtb (met enige vering) was wenselijk geweest. Echter we zullen de nodige klappen zelf moeten opvangen. De weg neemt ons mee naar kleine bergdorpjes, waar de tijd heeft stilgestaan. De vrouwen doen de was in het bergstroompje, mannen en vrouwen werken op het land, ossen trekken de ploeg voort, kinderen helpen mee en spelen rondom het huis. Varkens, schapen, kippen, koeien en honden lopen los danwel bijna los. De meeste dieren zitten met 1 poot vast aan een touw. Onderweg rijdt er een taxi ons achterop waarin de twee Zwiters vanuit de lodge zitten. Vanuit het raam wordt gevraagd hoe het fietsen gaat en natuurlijk zeggen wij Bien. Schitterende uitzichten op zowel de Negra als de Blanca lossen elkaar af. Wat is het hier mooi! Ondanks het zo mooi is, is het tempo niet al te hoog omdat de ´weg´ dit simpelweg niet toelaat. Onze krachten nemen gestaag af.
Opeens doemt een slagboom op. Er dient betaald te worden om onze weg naar de Laguna te mogen vervolgen. Het blijkt de ingang van het Nationaal Park te zijn. Na een inschrijving en een betaling mogen we onze weg vervolgen. We stappen snel weer op daar we in korte tijd diverse malen worden gestoken door muggen. Al snel wordt de weg nog slechter en helaas nog steiler. Het weer slaat om en onzekerheid slaat toe. Zitten we wel op de goede weg, hoever zal het nog zijn en wat gaat het weer doen. Op het pad valt niet meer te fietsen. Het bestaat alleen nog maar uit keien. Sas besluit af te stappen en verder te lopen. Ber trekt nog even door met fietsen en stapt uiteindelijk ook af. We proberen onze mind elke keer te verzetten want we hebben al zoveel meters gestegen dat we eigenlijk ook het eindresultaat willen zien, laguna Paron. We hebben geen idee hoe ver het nog is. We denken ongeveer op 3800m hoogte te zitten daar het meer zelf op 4300m ligt. We vragen ons af of het niet verstandiger is om terug te keren. Na overleg besluiten we nog twee bochten verder te rijden. Vervolgens herhaalt zich dit proces enkele malen. Vanuit het niets is daar ineens de taxi van de Zwiters. We kijken elkaar verbaasd aan. Rijd hier een taxi? Dit betekent in ieder geval dat we op het juiste pad zitten. De Zwiters geven aan dat het waarschijnlijk nog 10 kilometer verder stijgen is. We besluiten dat verder fietsen geen zin heeft en dat het stuk wat we tot nu toe gefietst hebben zeer zeker de moeite waard was (om de teleurstelling voor onszelf enigzins te verzachten).
Het afdalen zal ook nog de enige energie en concentratie van ons verlangen. We dalen af, waarbij wederom de nodige stuurmanskunst vereist is. Na een kilometer of 10 komen we opnieuw bij paaltje 15 km uit waar we op de heenweg zo hebben genoten van het uitzicht dat we daar wederom stoppen. We hebben nu immers de tijd en de zon laat zich weer zien. We eten wat fruit en brood en genieten van dit mooie plekje. Wat kan het leven toch mooi zijn. Na een half uurtje genieten besluiten we onze afdaling te vervolgen. Na enkele kilometers worden we gedwongen te stoppen, een aanrijding tussen twee trucks. We besluiten de trucks lopend te paseren. Op dat moment lopen de gemoederen tussen de bestuurders (en hun aanhang) hoog op. Een loden pijp wordt gepakt door een van de bestuurders. We maken meteen weer rechtsomkeert, het wordt ons iets te heet onder de voeten en wachten geduldig het tafereel af. Na enige minuten is de zaak beslecht. Welliswaar zonder gebruik van de loden pijp, echter wel met de nodige tikken. We genieten van de laatste kilometers. Uitgeput en smerig komen we aan bij ons hotel. Hier worden we enthousiast op het terras door onze Zwitserse taxiende hotelgenoten ontvangen. Zij vinden dat we zeker een biertje verdiend hebben. Een biertje en een pisco (een soort van grappa) wordt ons aangeboden. Ruim 2 en half uur later bevinden we ons nog steeds op het terras met onze Zwitserse amigo´s. We genieten gezamenlijk van een fantastische zonsondergang.
28 oktober
Met een taxi rijden we naar Punta Winchus (een pas van 4157m) in de Cordillera Negra. Op deze Punta vind je de Puya raimondii plants. Deze zijn zo´n 10 meter hoog en doen er 100 jaar over om zo groot te worden. Daarna komen ze in bloei en gaan ze dood. De rit er naar toe is prachtig. Zodra we de eerste planten zien worden we afgezet en moeten we naar de punta lopen en staat de taxi waarschijnlijk ergens achter de berg op ons te wachten. De taxi chauffeur kan geen woord Engels en we gaan er vanuit dat weg zichzelf wel zal wijzen. Na de eerste paar meters omhoog te zijn geklauterd zijn we al buiten adem. Dit beloofd wat. We lopen en lopen, er is geen duidelijk pad te vinden en de enige logica die wij kunnen verzinnen is dat we naar het hoogste punt moeten lopen. Makkelijker gezegd dan gedaan. Dit is steiler dan steil. Ber wordt overvallen door zijn hoogtevrees en houdt zich angstaanvallig met handen en voeten vast aan de grond. Boven aangekomen wordt hij als eerste gegroet door een koe. Wat een opluchting, de helling naar beneden is tamelijk eenvoudig. We zien beneden een witte auto staan, onze taxi. Op de Punta hebben we een enorm uitzicht over de Cordillera Negra en Blanca, prachtig. De rit naar beneden is eveneens mooi.
´s Middags pakken we onze spullen in en rijden we met een minibus, fietsen op het dak, terug naar Caraz. Daar pikken we de rest van onze bagage op en bereiden ons voor op twee dagen busreis. Met Cruz del Sur reizen we om 22.00u naar Lima. Voor vertrek wordt je tas nagekeken, moet je je legitimeren en worden alle passagiers opgenomen op video. De grote busmaatschappijen zijn compleet beveiligd en niemand kan er zomaar van buitenaf in. Dit geeft een goed gevoel.
29 oktober
Aankomst Lima 05.30u, en nu 8 uur lang wachten op de bus van Lima naar Cusco. Joepie het is zover, 8 uur voorbij en de lange busreis van 20 uur kan beginnen. De fietsen gaan met zeer veel moeite en gedraai aan de sturen onderin de bus. Gelukkig, alles zit erin, we vertrekken. Na 1,5 uur zijn we Lima nog niet uit en rijden we een ander busstation van Cruz del Sur in. We moeten overstappen op een andere bus. Voordat wij de bus uit zijn wordt de bagage al overgegooid de andere bus in. Dit gebeurd zonder enig structuur wat resulteert in dat niet alle bagage erin past. Onze fietsen worden er letterlijk ingeduwd. Wij bemoeien er ons mee en met ons een jongen die zich ook ernstige zorgen maakt over zijn surfboard. Er staan nu ongeveer 8 man zich te bemoeien met hoe het nu verder moet met de bagage en wij met ons 3-en staan mee te kijken. Na lang gedoe blijft er 1 tas over. Laat dit nu net onze tas zijn met daarin alle losse fietstassen. Wij geven aan dat we de tas open kunnen maken en de losse tassen mee de bus in nemen. Wat een stress gedoe is dit. We zijn beide behoorlijk opgewonden en het duurt even voordat we weer relax zijn. We vervolgen onze weg naar Cusco.