woensdag 24 november 2010

Belevenissen op Grote Hoogte 17 - 24 november

Aankomst in La Paz op 17 november. De rit erheen ging prima. We steken onderweg met een pond het Titicacameer over. De bus op een gigantische pont en wij apart in een klein bootje met zwemvest aan. Alle Europeanen hadden een zwemvest en helaas waren er niet genoeg waardoor de helft van de Bolivianen aan boord er geen hadden. Bij nood had er dus eerst een wisseling van zwemvesten moeten plaatsvinden. Bij dit hele tafereel staat dan iemand van het leger en politie bij. Soms is het lastig te begrijpen hoe bepaalde zaken hier niet werken.
Maar nu ...La Paz, wat een stad! Ten eerste ligt het op een hoogte van 3660m en voordat je La Paz in rijdt passeer je El Alto, een soort voorstad van La Paz wat nog op de Altiplano ligt. Zodra je over de rand van de Altiplano heen bent zie je de stad liggen in een diep dal. De stad is van onderuit de berghellingen opgebouwd. De straten zijn ernorm steil en je remmen moeten het hier toch echt goed werken. Bij het busstation, wat meer betekent, ergens langs de weg, worden we gedropt en houden we een taxi aan. Die brengt ons naar het hostal. Daar slapen we de komende twee nachten. We lunchen bij Luna y Sol, een Nederlandse cafe. In de middag orienteren we ons op verschillende tour agency´s die de beklimming van de Huayna Potosi aanbieden. We hebben besloten dit avontuur aan te willen gaan; de beklimming van de 6088m hoge Huayna Potosi. De volgende dag gaan we op zoek naar goede wandelschoenen (de sportschoenen voldoen niet meer), handschoenen en een muts. Hier zijn we bijna de hele dag mee zoet en gelukkig slagen we uiteindelijk allebei.
19 november
Om 09.00 uur is het verzamelen bij de agency. We ontmoeten daar Dan en Stef, twee Engelsen, en Mel en Duncan, uit Wales en Schotland. Met ons 6-en en drie gidsen zullen we uiteindelijk de beklimming gaan doen. We passen eerst onze boots, jas en broek en krijgen ijzers voor onder de boots mee. Wij lenen nog twee rugzakken en zo gaan we bepakt en bezakt met de minibus richting de Refugio Huayna Potosi (4700m). Dit is de berghut waar we vanacht zullen slapen. Vanuit hier gaan we helemaal aangekleed richting de gletser om te oefenen. Oefenen hoe je op ijs moet lopen en je pikkel moet gebruiken. Uiteindelijk eindigen we met een klimmetje tegen een ijsmuur. Het klimmetje was best heftig. Zwaar voor de armen, zeker als je je pikkel niet meer loskrijgt en meer zit te wrikken dan dat je omhoog komt, in Sas haar geval :-). Ber overtreft zichzelf, zijn hoogtevrees lijkt steeds minder te worden. Om 21:00 duiken we onze slaapzak in. We slapen een beetje, de hoogte is toch echt wel te merken. De volgende dag vertrekken we in de middag. Met onze rugzak gaan we omhoog naar de basecamp die op 5300m ligt. Met veel gehijg en korte pauzes komen we in de basecamp aan. Een trip van 3,5 uur. Het basecamp lijkt op twee zeecontainers, een voor het slapen en de ander voor de keuken. We nemen plaats op de bovenste slaapetage. We genieten van een mooie zonsondergang. Als eten krijgen we een soepje en pasta met een ei. We drinken nog een mate de coca (helpt tegen hoogteziekte). Om 19.30 uur ligt iedereen in zijn slaapzak om nog een aantal uur slaap te kunnen vatten. Op de bovenste etage liggen we met 8 man naast elkaar en onder ook. In de keuken slapen nog twee gidsen. Het is warm en in de loop van de avond worden we gewekt door een enorme hagelbui.
Het spektakel gaat beginnen: - we worden gewekt om 00:00 - we trekken onze spullen aan: 2 thermo's, lang t' shirt, 2 fleeze, lang thermo ondergoed, sjaal, muts, 2 paar handschoenen, 4 paar sokken, hoofdlamp, boots, waterdichte broek en jas - een klein ontbijt om 00:30, oud broodje die met de nodige jam te eten was - om 01:00 staan we met onze rugzak, sneeuwijzers en pikhouweel buiten om te vertrekken.
In het donker, met het licht van de maan en onze hoofdlamp gaan we op pad. Ondanks het slakkentempo, valt het niet mee, er zit bijzonder weinig zuurstof in de lucht. We lopen met onze gids gezekerd aan elkaar: 1 gids op 2 personen. We pauzeren af en toe om te drinken en weer op adem te komen. Onze jaszakken zijn gevuld met chocolade snacks en we dragen 2 liter water met ons mee. De temperartuur ligt op ongeveer -10 graden. De gids lootst ons door diverse moeilijke passages. Gelukkig is het donker, en zien we niet hoe steil het is en hoe hoog de afgronden zijn. Hier en daar krijgen we fantastische uitzichten op een verlicht La Paz. Door de volle maan en de heldere hemel krijgen we eveneens mooie blikken te zien op de berg zelf. Na een uur of 4 klimmen wordt het langzaam licht, en gaan we het laatste gedeelte van de klim in: te beginnen met een lastige sprong over een diepe gletsjer spleet. We vragen ons af of de getroffen veiligheidsmaatregelen wel voldoende zijn. De ene moeilijke passage volgt de ander op. Een uur voor de top krijgt Sas last van de hoogte, wordt misselijk en licht in het hoofd. Het gevoel van overgeven komt steeds dichterbij. Ber´s evenwicht is ook niet meer wat het geweest is. In overleg met de gids besluiten we door te gaan. De gevaarlijkste passage komt eraan. We lopen over een randje, langs een afgrond van 500 tot 1000 meter. Na deze passage besluit Ber dat het genoeg is geweest. Gekweld door zijn hoogtevrees trekt hij wit in het gezicht weg. Na enige aanmoediging van onze Engelse vrienden besluit hij toch door te gaan. Het pad wordt rotsachtig, het is lastig en onstabiel lopen met de ijzers onder onze boots. Gelukkig bereiken we weer sneeuw en ijs onder onze voeten voor het laatste stukje naar de top. Als we de top bereiken is het net licht. Helaas missen we de zonsopgang, deze heeft al plaatsgevonden. Het uitzicht is werkelijk fantastisch. Aan de ene kant uitzicht op La Paz, aan de andere kant uitzicht op Lake Titicaca. Helaas mogen we maar 10 minuten op de top blijven. Er komen meerdere klimmers aan en we moeten ook nog terug. Na een aantal foto´s te hebben geschoten en met de Engelsen een high five te hebben gedaan keren we terug.
Ber maakt zich zorgen over de terugweg. Omhoog gaan is makkelijker, dan omlaag gaan. Daarnaast is het licht en zien we de afgronden maar al te goed. Eveneens begint de vermoeidheid zijn tol te eisen. Met de nodige adviezen van onze gids dalen we met de nodige risico´s en kunst en vliegwerk af. Onderweg genieten we van de omgeving, maken mooie foto´s en ziet Sas het ijs ook nog van erg dichtbij. Gelukkig komt ze goed terecht en biedt de muts berscherming. Vlak voor het eind presteert Ber het nog om een uitglijder te maken. Gelukkig kan Sas zich achter een heuveltje schrap zetten en heeft de gids het onder controle. Onze benen zijn moe en zwabberen over de sneeuw en ijs. Wat zijn we blij als we terug bij basecamp zijn. We rusten een uurtje en dan moeten we verder terug naar de Refugio. Nog eens 500 meter dalen. Oef, dat is zwaar, de benen zijn zo moe, dat we ze bijna niet meer fatsoenlijk neer kunnen zetten. Ze trillen helemaal.
Rond 13.00 uur zijn we terug op 4700m. Wat fijn! We hebben het gehaald en gehad! Het euforische gevoel is er niet helemaal we zijn zo kapot. Het wordt uiteindelijk nog een lange middag. Mel is namelijk tijdens de beklimming teruggekeert en Duncan is met een andere gids mee omhoog gegaan. Hij en de anderen komen pas 's middags om 16.30 uur terug op 4700m. Een rit in de Jeep van de eigenaar van de agency naar La Paz volgt. Dat hebben we geweten. Iets te popie en stoer wordt er gereden. Aangekomen in La Paz kunnen we alleen aan ons bed denken. Sas ligt er al meteen in, ze is niet lekker en heeft erge hoofdpijn. Ber kruipt er ook zo rond 19.00 uur in en de volgende ochtend worden we pas wakker. Wat een belevenis (6088 meter!) die wel het eea van ons heeft gevergd.
21 november
Een dag om bij te komen. We ontbijten heerlijk bij Pepe's coffee bar. We nemen het er flink van. Vandaag bekijken we nog wat bezienswaardigheden van La Paz en bezoeken we het Coca museum. We krijgen hier een goede indruk van de Coca cultuur in Zuid-Amerika. Het zit vol tegenstrijdigheden. Niet verbieden, wel verbieden vooral door de Westerse druk die wordt uitgeoefend. Dit alleen omdat er cocaine van wordt gemaakt. We zien genoeg, vooral de ouderen op cocabladeren kauwen, overal wordt coca thee gedronken en voor de cocafabriek in La Paz staan rijen dik Bolivianen te wachten. Een interessant bezoek.
22 november
De energie is er nog niet helemaal om het steile La Paz uit te komen. Met een taxi en de fietsen op het dak rijden we La Paz uit naar La Cumbre, een pas van 4850m. Daar worden we in de kou en wolken gedropt. We kleden ons warm aan (3 lagen kleding en daarover een volwaardig regenpak) en Sas is haar handschoenen vergeten en probeert met sokken haar handen te warmen. Met ons staan er nog drie minibusjes met toeristen en MTB´s klaar die ook de The Most Dangerous Road of the World gaan rijden. Er wachten 63 dalende km's op ons. Het eerste deel is geasfalteerd, daarna komt er een klimmetje van 8 km en dan begint de TMDRW pas echt, een onverharde, bochtige weg met diepe ravijnen en 1 spoor breed (3 tot 5 meter). Tijdens het eerste stuk afdalen is het ontzettend koud! De kou wordt op een gegeven ogenblik afgewisseld door regen. En niet zo'n beetje ook, we fietsen soppend in onze schoenen verder. Chauffeurs hebben hun vrachtwagen aan de kant gezet en we worden ingehaald door de minibusjes met de mtb´ers, zij hoeven namelijk de 8 km niet te klimmen. We schuilen bij een benzinestation, eten daar een broodje en als het bijna droog is stappen we weer op. We horen een donder en gelukkig blijft het daarbij. Na 2 km zien we de afslag van de TMDRW. Het is niet heel erg duidelijk en we vragen het nog na. Dit is toch echt de weg. De TMDRW wordt ook wel de The Dead Road genoemd. Na het eerste stukje komen we bij een Dead Village. Een klein spook dorpje waar een splisting is. We twijfelen, rechts of links. Na een paar keer Hola! en fietsgebel komt er ergens een jongeman tevoorschijn en bevestigt dat we de juiste weg nemen. Daar gaan we dan!
We knijpen alleen maar in onze remmen en houden zoveel mogelijk kant langs de bergwand. De bergen zijn omgeven door wolken waardoor de afgronden niet te zien zijn, misschien maar goed ook. Af en toe stappen we af om naar beneden te kijken en te beseffen dat we hier fietsen. De omgeving is machtig mooi. Langs de weg worden we geconftonteerd waarom deze weg ook wel The Dead Road wordt genoemd. Kruisjes tellend komen we op het eind op een totaal van 48. Het werkelijke aantal zal vele malen hoger liggen. Bij een kruisje van een jongen, 23 jaar, staan we stil. Hij was met een tour agency naar beneden gegaan en heeft blijkbaar de bocht met zijn mtb met te veel snelheid genomen. Wij dalen met zeer veel beleid af, en nemen geen enkel risico. Op deze manier kan de weg ons weinig kwaad doen. Wij zijn er ons van bewust dat een dergelijke afdaling met een jeugdige groep onervaren mtb´ers veel risico´s met zich meebrengt. Vanaf 2007 zijn er 14 mtb´ers omgekomen op deze weg. Sas vraagt zich af waarom deze weg niet wordt afgesloten. Waarschijnlijk is de weg financieel aantrekkelijk (voor de touroperators), de doden ten spijt. Voor het gemotoriseerde verkeer is er een nieuwe weg aangelegd. Toch komen we nog een bus tegen en rijden er een aantal minibusjes met de toeristen dezelfde weg terug. Blij dat we daar niet inzitten. Ondanks al deze ellende blijft het een fantastische rit en is het dus allemaal best een beetje dubbel. Op het eind drinken we een fris en proosten we dat we de rit zonder problemen hebben doorstaan. Nu nog een steile klim van 8 km van Yolosa naar Coroico. Dit wordt voor Sas een helse klim. De benen doen het nog goed alleen blijkt het een Rivers weg te zijn, oftewel kasseien. Haar onderarmen doen zo ontzettend zeer van het afdalen dat elke hobbel van een kassei pijn doet. Met een hoop gemopper en zelfs tranen komen we uiteindelijk samen boven. Boven betekent dat we in Coroico zijn. Alleen het hostal wat we voor ogen hebben schijnt boven het dorp te liggen. Lopend de fiets voortduwend en 10 x te stoppen komen we uiteindelijk bij Hostal Esmeralda aan. Wat een kado, een paradijs is hier om ons te verwelkomen. Hier blijven we in ieder geval 2 nachten en misschien wel meer! Een fles wijn wordt bij het avondeten genuttigd. Nu gaan we bijkomen van de recente belevenissen en over een paar dagen vervolgen we onze weg naar Rurrenabaque.
Een hele dikke en lieve groet van ons!!

6 opmerkingen:

joke h. zei

Lieve klimmers en fietsers,
Soms is het wel prettig om jullie avonturen pas achteraf te weten en te lezen. Maar een dikke pluim en we zijn trots op jullie. Dit hoefde ik echt niet mee te beleven.
heel veel liefs van
Mam

Saskia zei

Lieve mam, we hebben je gespaard. Het leek ons idd beter jullie pas achteraf te informeren ;-). Het geeft niet hoor dat je dit niet mee wilde beleven. De komende tijd wordt het wat rustiger. Wees gerust....kus.

Anoniem zei

Lieve Sas en Ber, Daar ben ik dan eindelijk... wel al jullie verhalen gevolgd, maar het lukte me niet om een bericht achter te laten... Maar goed, met klamme handjes heb ik jullie laatste avontuur gelezen, WAUW!!! Stelletje daredevils! Rust maar ff lekker uit!
Kus, Simoon

Run zei

Lieve Sas en Ber, waar halen jullie de moed en energie vandaan??!! Female Powerrr heeft afgelopen week samen gegeten in de Thai en we hebben ons verwonderd over alles wat jullie al meegemaakt hebben. Wij worden al moe van alleen het lezen over jullie avonturen.

Fedor zei

En jullie maar denken dat -10 koud is op een berg.. hier voelt het als -15 met de wind.. :( Ik zit er serieus aan te denken om te emigreren naar Braziliƫ :)

Oscar zei

Gefeliciteerd met het halen van de Huyana Potosi, super! Fantastisch om te lezen! Ik krijg wel spontaan weer hoofdpijn als ik aan die berg denk ;-)
Doe Pedro de crocodil in Rurre de groeten!
Heel veel plezier!!