-Hola Amigos,
Hier ons eerste bericht vanuit Peru. Het duurde even voordat de zin er was om achter een computerscherm te kruipen. We hebben al zoveel meegemaakt in bijna drie weken, dat het nu toch wel tijd werd om een bericht naar huis te sturen.
Met ons is alles goed en we bewegen ons al aardig in het Peruaanse leven. Bewegen is veelal met de benewagen en met taxi of bus. We hebben al wel wat gefietst maar nog niet met volle bepakking. Daar zijn we fysiek en geestelijk nog niet helemaal klaar.
19 oktober Aankomst in Lima. Wat een ontzettend grote stinkstad. Het is veelal diesel wat je opsnuift en je hebt het gevoel door hier te zijn, je meteen 10 jaar korter leeft. Via de buitenwijken, die arm en smoezig zijn, rijden we met een taxi het meer coloniale centrum binnen. Overal zie je zwerfhonden die op of langs de weg liggen te slapen of naar eten zoeken.
In Hotel Espana slapen we de komende nacht en zetten we de fietsen in elkaar. Dit gaat niet helemaal zonder slag of stoten. Het blijkt dat het demonteren van een fiets altijd nog makkelijker is dan het opbouwen van een fiets. Echter, met veel geduld en nodige cursus ervaring (alleen dit onderdeel was helaas niet behandeld) is het na ruim 2 uur gelukt de fietsen rij klaar te maken!
´s Avonds ontmoeten we Noor en Wieneke die net drie weken door Peru en Bolivia hebben gereisd. We trekken nog twee dagen met elkaar op. Leuk! Dezelde avond is er een processie in de stad gaande die in het teken staat van `bidden voor de Heer der Wonderen´. Het is druk op straat, jong en oud zijn op de been.
De volgende dag gaan we met de bus naar Huacahina (ten zuiden van Lima), een kleine oase in de woestijn met enorme zandduinen, waar je kan sandboarden. Helaas, duurt de busreis langer dan stond aangegeven in de LP. Ruim 6 uur later komen we in Ica aan en nemen vanaf daar een taxi naar ons hotel die vanuit het hotel in Lima was geregeld. Daar aangekomen blijkt dat er geen reservering heeft plaatsgevonden en waar wij denken dat onze taxichauffeur hier een dubieuze rol in heeft gespeeld. We besluiten hem dan ook niet te betalen en zoeken een ander hotel. De chauffeur houdt nog een tijd aan maar geeft het uiteindelijk ook op.
Na een rustige nacht is het zover. We gaan sandboarden! Met een dunebuggie rijden we de zandduinen in en al snel houden we ons allemaal goed vast en worden handen van elkaar vastgepakt. Dit is niet voor doetjes! Met een enorme gang wordt er door de duinen gescheurd. We gillen en lachen ons van de zenuwen kapot. Dit valt niet eens te vergelijken met een ritje in de Phyton. Ondertussen stoppen we voor een aantal actie foto´s en vervolgens moeten we er aan geloven. Boarden. Van bovenaf zijn de duinen toch angstaanjagend hoog. Daar lig je dan op je buik op het board, hangend op de rand van de duin. Na de uitleg krijg je een zetje en hop daar ga je! Eenmaal beneden wil je direct weer, dit is fantastisch!!
Op een paar blauwe plekken en schaafwonden na hebben we het er heelhuids vanaf gemaakt. Terug in Lima nemen we afscheid van Noor en Wieneke. Wensen hun een goede reis naar huis en wij krijgen een dikke knuffel voor de komende 6 maanden. Wij zetten onze reis voort naar Huaraz.
22 oktober Vroep op, met taxi naar busstation van Movil tours. Er staat ons een reis van 8 uur (419 km) te wachten naar Huaraz (ten noorden van Lima). Een mooie rit langs de kust, door niemandsland met hier en daar een enorme kippenfarm, en uiteindelijk rijden we de bergen in. We voelen aan onze oren en hoofd dat we op hoogte komen. We gaan de Conococha pas (4100m) over en zien prachtige hoogvlaktes met daarachter besneeuwde bergtoppen. We bevinden ons tussen de Cordillera Blanca en Negra. Blanca is de besneeuwde en de Negra de droge kant.
Aangekomen in Huaraz (3091m) fietsen we vanaf het busstation naar B&B Soledad. Een fijn huis met een patio waar je buiten kunt zitten.
Na een dag aclimatiseren besluiten we onze weg per fiets te vervolgen naar Caraz. De fietsen zijn alleen met het hoog nodige opgetuigd. De hoogte en ons fysieke gestel vraagt om een rustige start. Een mooie rit volgt. Met een nog wat angstige Sas voor de honden langs de weg, trappen we zo de eerste kilometers weg. Na een kwart van de rit gaan we van de doorgaande weg af richting de Chancos hot springs. We rijden door een mooie omgeving van kleine gehuchtjes en bergstroompjes. Bij de hot springs kopen we een kaartje voor de Cuevos. Wat het precies inhoudt hebben we geen idee van, alleen dat het 15 min. duurt. We kiezen voor de Cuevo van 45 graden en wachten netjes in de rij. Het wachten duurt vrij lang en er ontstaat na enige tijd wat rumoer en consternatie over wie aan de beurt is. Na een verhitte discussie waar we ons angstvallig buiten houden nemen een paar mannen het voor ons op. Uiteindelijk besluiten we toch om weg te gaan, het duurt te lang. Dit was de beste move die we konden maken want ineens waren we de eerstvolgende. Met een glimlach naar onze `amigos´ nemen we weer plaats en krijgen we toch de Cuevo ervaring. Of dit nu de moeite waard was vragen we ons achteraf ter dege af. Oh mijn God, wat was dit smerig. De Cuevo werd vantevoren gevuld met emmers water uit de bron en daarna mochten wij erin; stank van pis, uitwerpselen en ander lichaamsappen kwamen ons tegemoet bij het ingaan van de grot. Na een kleine 10 min. besluiten we dat dit voor ons lang genoeg was en we snakken naar frisse lucht! Met eveneens een glimlach naar onze amigos zeggen we dat het de moeite waard was en vervolgen we onze weg naar Caraz.
Er is een sterke wind komen opzetten. We nemen onderweg nog een lunch die wat uitgebreider uitpakt dan wij hadden besteld. We worden helemaal in de watten gelegd. Naast de bestelde aardappels met knoflook krijgen we gebakken mais, maiskolven en gebundelde pakketjes met daarin gestampte mais. We bedanken vriendelijk en fietsen de laatste kilometers tegen de wind in. In Caraz komen we terecht bij Lodge Los Pinos. We besluiten vanuit hier een aantal dagtrips te maken.
26 oktober Na een dag niksen, die bestond uit boeken lezen, luieren, rond lopen, beetje yoga en buikspier oefeningen (Berry heet het doel om in 6 maanden een 6-pack te krijgen :-)), gaan we vandaag naar Canon del Pato. De gorge is bekend om het feit dat de Cordillera Blanca en Negra elkaar op 15 m. na aanraken. Een mooie weg leidt ons naar de gorge waar ineens het asfalt overgaat in los zand en keien. We fietsen al hobbelend en met de nodige stuurmanskunst de gorge door. Al snel volgen de volgende obstakels: tunnels! Onverlicht, los zand, keien, kuilen...we besluiten af te stappen en onze hoofdlamp op te zetten en nu maar hopen dat we geen tegenligger krijgen. De gorge wordt steeds mooier, de tunnels steeds langer en de `weg´ steeds beroerder. We worden met veel stof en diesellucht ingehaald door trucks en bussen. Nadat we de bijna `kus´ van de Blanca en Negra hebben aanschouwd vervolgen we onze weg verder naar beneden. Als we bijna op het eind van de gorge zijn besluiten we deze weg zeker niet terug omhoog te fietsen. We houden een pick-up aan waarbij de fietsen en wij de bak in gaan. Achterstevoren beleven we de weg door de gorges opnieuw. Met een klap op het dak van de auto geven we te kennen dat we eruit willen en fietsen we het laatste stuk terug naar Caraz.
27 oktober De dag van laguna Paron. Wat een historische dag is geworden. Met vol goede moed beginnen we `s ochtens vroeg aan de klim die ons ruim twee duizend meter hoger zal brengen. Helaas dit keer geen geplaveide weg, maar direct zand, keien en kuilen. Een parcours waar menig mtb´er jaloers op zou zijn. Ons wordt nu duidelijk dat de aangeschafte fietsen zeker een must zijn. Onze oude fietsen zouden dit nooit hebben overleefd. Echter een mtb (met enige vering) was wenselijk geweest. Echter we zullen de nodige klappen zelf moeten opvangen.
De weg neemt ons mee naar kleine bergdorpjes, waar de tijd heeft stilgestaan. De vrouwen doen de was in het bergstroompje, mannen en vrouwen werken op het land, ossen trekken de ploeg voort, kinderen helpen mee en spelen rondom het huis. Varkens, schapen, kippen, koeien en honden lopen los danwel bijna los. De meeste dieren zitten met 1 poot vast aan een touw.
Onderweg rijdt er een taxi ons achterop waarin de twee Zwiters vanuit de lodge zitten.
Vanuit het raam wordt gevraagd hoe het fietsen gaat en natuurlijk zeggen wij Bien.
Schitterende uitzichten op zowel de Negra als de Blanca lossen elkaar af. Wat is het hier mooi! Ondanks het zo mooi is, is het tempo niet al te hoog omdat de ´weg´ dit simpelweg niet toelaat. Onze krachten nemen gestaag af.
Opeens doemt een slagboom op. Er dient betaald te worden om onze weg naar de Laguna te mogen vervolgen. Het blijkt de ingang van het Nationaal Park te zijn.
Na een inschrijving en een betaling mogen we onze weg vervolgen. We stappen snel weer op daar we in korte tijd diverse malen worden gestoken door muggen. Al snel wordt de weg nog slechter en helaas nog steiler. Het weer slaat om en onzekerheid slaat toe. Zitten we wel op de goede weg, hoever zal het nog zijn en wat gaat het weer doen. Op het pad valt niet meer te fietsen. Het bestaat alleen nog maar uit keien. Sas besluit af te stappen en verder te lopen. Ber trekt nog even door met fietsen en stapt uiteindelijk ook af. We proberen onze mind elke keer te verzetten want we hebben al zoveel meters gestegen dat we eigenlijk ook het eindresultaat willen zien, laguna Paron. We hebben geen idee hoe ver het nog is. We denken ongeveer op 3800m hoogte te zitten daar het meer zelf op 4300m ligt. We vragen ons af of het niet verstandiger is om terug te keren. Na overleg besluiten we nog twee bochten verder te rijden. Vervolgens herhaalt zich dit proces enkele malen. Vanuit het niets is daar ineens de taxi van de Zwiters. We kijken elkaar verbaasd aan. Rijd hier een taxi? Dit betekent in ieder geval dat we op het juiste pad zitten. De Zwiters geven aan dat het waarschijnlijk nog 10 kilometer verder stijgen is. We besluiten dat verder fietsen geen zin heeft en dat het stuk wat we tot nu toe gefietst hebben zeer zeker de moeite waard was (om de teleurstelling voor onszelf enigzins te verzachten).
Het afdalen zal ook nog de enige energie en concentratie van ons verlangen. We dalen af, waarbij wederom de nodige stuurmanskunst vereist is. Na een kilometer of 10 komen we opnieuw bij paaltje 15 km uit waar we op de heenweg zo hebben genoten van het uitzicht dat we daar wederom stoppen. We hebben nu immers de tijd en de zon laat zich weer zien. We eten wat fruit en brood en genieten van dit mooie plekje. Wat kan het leven toch mooi zijn. Na een half uurtje genieten besluiten we onze afdaling te vervolgen. Na enkele kilometers worden we gedwongen te stoppen, een aanrijding tussen twee trucks. We besluiten de trucks lopend te paseren. Op dat moment lopen de gemoederen tussen de bestuurders (en hun aanhang) hoog op. Een loden pijp wordt gepakt door een van de bestuurders. We maken meteen weer rechtsomkeert, het wordt ons iets te heet onder de voeten en wachten geduldig het tafereel af. Na enige minuten is de zaak beslecht. Welliswaar zonder gebruik van de loden pijp, echter wel met de nodige tikken. We genieten van de laatste kilometers. Uitgeput en smerig komen we aan bij ons hotel. Hier worden we enthousiast op het terras door onze Zwitserse taxiende hotelgenoten ontvangen. Zij vinden dat we zeker een biertje verdiend hebben. Een biertje en een pisco (een soort van grappa) wordt ons aangeboden. Ruim 2 en half uur later bevinden we ons nog steeds op het terras met onze Zwitserse amigo´s. We genieten gezamenlijk van een fantastische zonsondergang.
28 oktober Met een taxi rijden we naar Punta Winchus (een pas van 4157m) in de Cordillera Negra. Op deze Punta vind je de Puya raimondii plants. Deze zijn zo´n 10 meter hoog en doen er 100 jaar over om zo groot te worden. Daarna komen ze in bloei en gaan ze dood. De rit er naar toe is prachtig. Zodra we de eerste planten zien worden we afgezet en moeten we naar de punta lopen en staat de taxi waarschijnlijk ergens achter de berg op ons te wachten. De taxi chauffeur kan geen woord Engels en we gaan er vanuit dat weg zichzelf wel zal wijzen. Na de eerste paar meters omhoog te zijn geklauterd zijn we al buiten adem. Dit beloofd wat. We lopen en lopen, er is geen duidelijk pad te vinden en de enige logica die wij kunnen verzinnen is dat we naar het hoogste punt moeten lopen. Makkelijker gezegd dan gedaan. Dit is steiler dan steil. Ber wordt overvallen door zijn hoogtevrees en houdt zich angstaanvallig met handen en voeten vast aan de grond. Boven aangekomen wordt hij als eerste gegroet door een koe. Wat een opluchting, de helling naar beneden is tamelijk eenvoudig.
We zien beneden een witte auto staan, onze taxi. Op de Punta hebben we een enorm uitzicht over de Cordillera Negra en Blanca, prachtig. De rit naar beneden is eveneens mooi.
´s Middags pakken we onze spullen in en rijden we met een minibus, fietsen op het dak, terug naar Caraz. Daar pikken we de rest van onze bagage op en bereiden ons voor op twee dagen busreis. Met Cruz del Sur reizen we om 22.00u naar Lima. Voor vertrek wordt je tas nagekeken, moet je je legitimeren en worden alle passagiers opgenomen op video. De grote busmaatschappijen zijn compleet beveiligd en niemand kan er zomaar van buitenaf in. Dit geeft een goed gevoel.
29 oktober Aankomst Lima 05.30u, en nu 8 uur lang wachten op de bus van Lima naar Cusco.
Joepie het is zover, 8 uur voorbij en de lange busreis van 20 uur kan beginnen. De fietsen gaan met zeer veel moeite en gedraai aan de sturen onderin de bus. Gelukkig, alles zit erin, we vertrekken. Na 1,5 uur zijn we Lima nog niet uit en rijden we een ander busstation van Cruz del Sur in. We moeten overstappen op een andere bus. Voordat wij de bus uit zijn wordt de bagage al overgegooid de andere bus in. Dit gebeurd zonder enig structuur wat resulteert in dat niet alle bagage erin past. Onze fietsen worden er letterlijk ingeduwd. Wij bemoeien er ons mee en met ons een jongen die zich ook ernstige zorgen maakt over zijn surfboard.
Er staan nu ongeveer 8 man zich te bemoeien met hoe het nu verder moet met de bagage en wij met ons 3-en staan mee te kijken. Na lang gedoe blijft er 1 tas over. Laat dit nu net onze tas zijn met daarin alle losse fietstassen. Wij geven aan dat we de tas open kunnen maken en de losse tassen mee de bus in nemen. Wat een stress gedoe is dit. We zijn beide behoorlijk opgewonden en het duurt even voordat we weer relax zijn. We vervolgen onze weg naar Cusco.